Microfiltratie
Bij microfiltratie worden membranen gebruikt met poriën met een grootte tussen 0,1 en 10 µm.
Ultrafiltratie (UF)
Ultrafiltratie werkt volgens hetzelfde principe als omgekeerde osmose. Het belangrijkste verschil is de grootte van de partikels die door het membraan worden tegengehouden. Bij ultrafiltratie hebben de poriën een grootte tussen 0,01 en 0,1 µm.
Nanofiltratie
Bij nanofiltratie hebben de poriën een grootte tussen 0,001 en 0,01 µm.
Elektrodeionisatie (EDI)
Bij elektrodeionisatie wordt een elektrode gebruikt om wateratomen te ioniseren en opgeloste ionen (onzuiverheden) te scheiden van het water. EDI wordt vaak gebruikt in combinatie met een andere techniek zoals omgekeerde osmose.